Mijlpaal

In mijn herinnering was de Winkel van Sinkel een bruisende, joelende kolkstroom van heen en weer stuiterende dansparen, omvliegende tafeltjes, barmeisjes in korte rokjes, knersende akoestiek, en een vreemd starend winkelpubliek. Een vervaarlijk zwart gat voor iedere danser: zat je er in, was je overgeleverd aan de gratie gods – en die pakte daar altijd slecht uit. Met een gekneusde teen en een gebroken vertrouwen in de mensheid, was de gang huiswaarts een revalidatieproces.

Maar nu. Na betaling van een aflaat (wie ergens in gelooft, wordt makkelijk uitgebuit), kwam ik in een dappere, nieuwe wereld. De Winkel lijkt nog maar in weinig op de slacentrifuge van weleer. De kolkstroom is nu een kabbelend beekje, de vloer rustig, de muziek helder, en de korte rokjes zijn ingewisseld voor lange broeken.
Een schoenentasjevol dansers rijgt pareltjes van gesprekken aan elkaar.
En er staat nu een paal. Midden op de dansvloer. Een driekantige, zwarte paal van ca. 2 meter hoog en ca. 40 cm. doorsnede, afgetopt met een verrassend detail van zwarte en witte pluimen. In mijn naïviteit dacht ik te maken te hebben met een grap, een residu van een begrafenisondernemersfeestje eerder dat weekeinde. Navraag leerde echter dat het gaat om een uiterste reddingspoging. ‘Blijkbaar gaan de dansers zo op in hun dans dat ze de richting kwijtraken en daar helpen we ze op deze manier bij. Paal is neergezet na herhaalde klachten over botsen en nadat dansers erop aanspreken niet bleek te werken.’ De paal werkt. Als men al botst, dan is het tegen de paal.

Ik wist niet of ik heel hard moest huilen of lachen. Zouden ze ook over drempels hebben nagedacht. Of over rotondestrepen met invoegstroken. Atletiekbanen – met en zonder horden. Verkeersinformatieborden. Vangrails langs de tafeltjes. Kun je niet afleren dat men eerst een meter naar achteren stampt, alvorens die briljante pas uit te voeren? Het werkt? Zo ken ik er nog wel een paar. Bij hoofdpijn kun je een aspirientje nemen of je laten onthoofden, het werkt allebei. En wat als je ergens komt waar meer dan één paal is. Of helemaal geen paal!
Maar hoe langer ik erover nadacht, hoe meer ik het geniale in de paal moest erkennen. Het is eigenlijk een heel goede oplossing. Het is helder, kinderlijk eenvoudig uit te voeren, je hoeft mensen niets meer te leren, en je kunt het op elke plaats toepassen (ik zie opblaasbare palen voor me). Nog meer voordelen: de tijd die je in lessen bespaart op salondansen, kun je gebruiken voor synchroon achteruit stappen, invoegen en afsnijden, en concentratie-oefeningen om gevloek op de vloer niet te horen. Je kunt volledig in de dans opgaan zonder op wie dan ook te hoeven letten. Elke richting is een dansrichting – de mogelijkheden worden schier oneindig.

Ik roep bij dezen op dat alle tangoplekken in Nederland direct een paal plaatsen. Heel Europa en zelfs Buenos Aires zal aan de paal moeten. Op die plekken waar al een paal is, zal de speciale commissie Sinkel de grootte, diameter en kleurstelling keuren. Bij goedkeuring wordt de paal getooid met een pluim. Bij meerdere palen zal één hoofdpaal worden aangewezen. Wie zelf geen paal ter beschikking heeft, kan er een bij de Winkel bestellen dan wel volgens gecertificeerde werktekening namaken. Salons en scholen die niet meewerken, wordt gesommeerd hun tango-activiteiten met onmiddellijke ingang te staken, op straffe van vier uur paaldansen in een zwaar beveiligde penitentiaire inrichting. We moeten streng zijn.

Ik ben nu een verlicht mens. Als ik dans, sta ik voor paal – en daar draai ik maar al te graag omheen.